door Gaston Merckelbagh, algemeen directeur van VSZ Assuradeuren
Eind februari liet minister Asscher weten dat hij de integratie van de WGA-vast en de WGA-flex met één jaar wil uitstellen, tot 1 januari 2017. Dit betekent meer voorbereidingstijd voor de verzekeraars. Werkgevers zijn nu bij de WGA-flex een jaar langer overgeleverd aan de dienstverlening van UWV. Wie meer grip wil organiseren op de kosten, kan maar één ding adviseren: starten met het managen van het flexrisico door eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet.
Dat het Verbond van Verzekeraars in zijn lobby heeft ingezet op een jaar uitstel voor de Nieuwe WGA valt op zichzelf best te begrijpen. Hetzelfde geldt voor de keuze van minister Asscher: hij kan het uitstel benutten om meer evenwicht te brengen in het hybride stelsel. Het uitstel vormt de logische uitkomst van het politieke krachtenspel tussen beide partijen (zie kader). Het is de vraag of het argument dat de verzekeraars nog niet klaar zouden zijn voor de combinatie van WGA-risico’s hierbij de ware reden is. Jarenlang is gepleit voor volledige privatisering van de WGA. Ook zijn verzekeraars al een kleine tien jaar bekend met de combinatie van medewerkers met vaste en tijdelijke dienstverbanden in de WIA. In aanvullende WIA-verzekeringen is immers nooit onderscheid gemaakt tussen beide groepen. Verzekeraars hadden data kunnen hebben, indien zij tijdelijke dienstverbanden in de aanvullende WIA-verzekeringen apart hadden geadministreerd.
Werkgevers zijn de dupe
Een belangrijke kanttekening bij het uitstel is dat werkgevers het bij de WGA-flex een jaar langer zonder alternatief voor UWV moeten stellen. Zij betalen de rekening, maar hebben geen enkele invloed op de kwaliteit van de uitvoering. Door een gewijzigde fondsfinanciering kijkt de overheid sinds 2014 naar het schadeaandeel van de individuele werkgever. Dit aandeel wordt bij grote werkgevers gefinancierd door middel van een gedifferentieerde premie voor de Werkhervattingskas (Whk). Middelgrote werkgevers betalen een mengvorm van individuele en sectorale premies. Alleen de kleinste bedrijven betalen louter een sectorpremie. De laatste jaren stijgt het niveau van de gemiddelde WGA-flex premie fors. Was die in 2014 nog 0,18%, voor 2015 ligt hij volgens de Januarinota van UWV al op 0,25%.
Het is duidelijk dat de premie de komende tijd alleen maar verder zal stijgen. Tegelijkertijd hebben werkgevers voorlopig geen mogelijkheid om het risico zelf te managen als instroom in de WGA eenmaal een feit is. Tot 1 januari 2017 zijn zij immers verplicht publiek verzekerd voor de WGA-flex. Zelfs als ze liever eigenrisicodrager zouden willen worden. En zelfs als ze zich hier tijdig op hebben voorbereid door vanuit de Ziektewet grip te realiseren op het flexrisico. De actieve werkgever die schadelastbeheersing serieus neemt en zijn zaken op orde heeft, wordt zo fors benadeeld. Je zult maar zo’n werkgever zijn en behoren tot een sector als de detailhandel (premie 0,32%), reiniging (0,56%) of de horeca (0,67%).
Uitstel is geen afstel
Is er dan helemaal geen alternatief voor deze gedwongen kostenstijging? Moeten adviseurs net als de verzekeraars kiezen voor uitstel? Nee, beslist niet. Uitstel is geen afstel, uiteindelijk moeten alle werkgevers hoe dan ook kiezen of ze voor de Nieuwe WGA publiek verzekerd willen zijn of hun eigen risico willen dragen en zelf grip organiseren op re-integratie. Als een werkgever nu eigenrisicodrager voor de WGA-vast is, komt daar meestal nog de vraag bij of hij de daarvoor afgesloten verzekering moet verlengen of niet. Vrijwel alle verzekeringscontracten verlopen namelijk per 1 januari 2016, een unieke advieskans. Meer in het algemeen bestaat er onder werkgevers grote behoefte aan advies over goed schademanagement sociale zekerheid. Adviseurs hebben volgens de Wft de (zorg)plicht om hun klanten hierbij te ondersteunen. Maar er ligt ook een prachtige kans om zich met goed advies te onderscheiden, zowel bij klanten als bij prospects. Want het allerbelangrijkste argument om in actie te komen is dat er wel degelijk een mogelijkheid is om nu al meer grip op de schadelast voor de WGA-flex te organiseren.
Er is grote adviesbehoefte
Nederland telt ruim 375.000 werkgevers, die zijn te onderscheiden naar bedrijfsomvang (± 8.000 groot, ± 53.000 middelgroot, ± 314.000 klein). Deze werkgevers hebben grote behoefte aan advies over kostenmanagement sociale zekerheid in het algemeen en de WGA in het bijzonder. Uiterlijk 1 januari 2016 moeten zij immers allemaal beslissen of ze bij deze regeling kiezen voor publieke verzekering of eigenrisicodragen. Het uitstel zorgt voor iets meer tijd om hierover na te denken, maar verandert niets aan de behoefte zelf. Verzekeringsadviseurs mogen en kunnen dit niet negeren. Volgens artikel 4:24a van de Wft hebben zij een zorgplicht. Vertaald naar het kader van de BeZaVa komt die erop neer dat zij hun klanten moeten informeren en adviseren over de impact van de wijzigingen in de WGA. Maar minstens zo belangrijk is dat de ontwikkelingen binnen de inkomensmarkt een enorme kans vormen. De uitkeringen die gerelateerd zijn aan het eigenrisicodragen bedragen samen om en nabij de € 3 miljard. Voor veel bedrijven gaat het om veel geld. Goed advies kan financieel een levensgroot verschil maken.
Vrijwel alle WGA-contracten lopen af
Het uitstel verandert ook niets aan het gegeven dat vrijwel alle werkgevers die nu eigenrisicodragen voor de WGA-vast zijn, dit jaar te maken krijgen met een aflopend verzekeringscontract. Naar schatting expireert 95% van alle lopende WGA-ERD contracten per 1 januari 2016. Deze werkgevers staan op dit moment dus voor het vraagstuk of ze moeten kiezen voor verlenging of niet.
Nú starten met risicomanagement
De adviseur die de belangen van zijn klant voorop zet, mikt op een vroegere deadline. Want uitstel of niet, werkgevers die grip willen houden op hun kosten, starten zo spoedig mogelijk met het managen van risico’s. Dit kan door eigenrisicodrager te worden voor de Ziektewet. Zo neemt de werkgever zelf de regie over de re-integratie van zieke tijdelijke werknemers in handen. Dit is de beste manier om het verblijf in de Ziektewet te beperken en kostbare doorstroom naar de WGA te voorkomen. Door het uitstel van de Nieuwe WGA is het op dit moment bovendien de enige manier om invloed uit te oefenen op de WGA-flexlast. En tot slot is het de ideale voorbereiding op een eventueel eigenrisicodragerschap voor de Nieuwe WGA. Want wie straks keuzevrijheid wil op het punt van eigenrisicodragen en verzekeren, moet nu werk maken van schadelastbeheersing in de instroomperiode. Voor de volledige eerste twee jaar, ongeacht de aard van het dienstverband.
Kom in actie!
De eerstvolgende deadline voor aanmelding als eigenrisicodrager voor de Ziektewet is 1 april 2015, luttele dagen na verschijning van dit blad. Dat is (te) weinig tijd voor de adviseur die nu nog in actie moet komen. Maar 1 oktober van dit jaar is er weer een kans, en daarna volgen er in 2016 op beide genoemde data nog twee. Mijn oproep aan adviseurs is daarom: niet afwachten, maar in actie komen. De marsroute richting de Nieuwe WGA omvat door het uitstel achttien maanden in plaats van zes. En verder is er niets veranderd: het is nú tijd voor goed advies over risicomanagement sociale zekerheid.